In de top van het Nederlandse bedrijfsleven zitten nauwelijks allochtonen.
Dat meldde de Volkskrant vrijdag.
De krant bekeek aan de hand van deskundigen en eigen onderzoek bij 34 grote bedrijven wat de stand van zaken is, 10 jaar na het afschaffen van het voorkeursbeleid.
De conclusie is dat terwijl de opmars van vrouwen door jarenlange campagnes en streefcijfers geleidelijk aan vaart begint te krijgen, het aandeel van allochtonen blijft steken op hooguit 2 procent.
Harde cijfers over het aandeel van niet-westerse allochtonen in de top van het bedrijfsleven zijn er niet, aldus de krant. Dat komt doordat het bedrijven en organisaties wettelijk is verboden bij te houden hoeveel van hun werknemers een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond hebben. Maar de geraadpleegde deskundigen op het gebied van werving en selectie schatten dat 1 tot 2 procent van alle leidinggevende functies worden bezet door allochtonen. In het hogere management is het zelfs minder dan 1 procent.
In Nederland zijn volgens CBS-cijfers 11,7 procent niet-westerse allochtonen. Hun aandeel in de beroepsbevolking is 9,6 procent.
De deskundigen wijten de ondervertegenwoordiging van niet-westerse allochtonen in de top onder meer aan onkunde en onbegrip bij personeelsmanagers. Bewuste discriminatie zou geen rol spelen. Aan de andere kant schieten allochtonen geregeld tekort in hun presentatie.
Uit het onderzoek blijkt verder dat maar 10 van de 34 van de onderzochte bedrijven actief werk maken van meer allochtonen in het hogere management.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl